NL:uMap/Handleiding/Edit laag eigenschappen
De eigenschappen van een laag leggen administratieve gegevens, uiterlijk, interactief gedrag, verschijningsvorm en defaults voor objecten vast.
De eigenschappen kunnen gezet/gewijzigd worden met panel Layer properties.
Recept:
- Start edit mode met
- Selecteer aan de rechterzijde Manage layers
- Selecteer Bewerken van de laag die gewijzigd moet worden.
Een korte aanwijzing voor deze set met eigenschappen staat hieronder. Nummers in het plaatje verwijzen naar hoofdstukken hierna.
Naam en Beschrijving (1)
Vul de naam van de kaart en eventueel een beschrijving in.
De beschrijving kan tekst formattering bevatten.
Type of layer (2)
Het menu voor het soort layer heeft opties voor het tonen van punten.
- Standaard : Toont voor ieder punt het actuele puntsymbool.
- Bij elkaar gevoegd : Groepeert de punten en toont het aantal, afhankelijk van het zoom niveau.
- In sectie Geavanceerde eigenschappen verschijnen wat extra besturingsopties. (de titels van de velden staan hier onder de velden die ingevuld kunnen worden).
- Symbool voorbeelden:
- Heatmap : Toont een 'hittekaart' van de punten, afhankelijk van het zoom niveau.
- In sectie Geavanceerde eigenschappen verschijnen wat extra besturingsopties, waaronder de mogelijkheid om de waarde van een zelf gedefineerde eigenschap als indicator te gebruiken. (de titels van de velden staan hier onder de velden die ingevuld kunnen worden).
Tonen bij laden (3)
Deze optie bepaalt of een laag bij het openen van de kaart zichtbaar is.
Data is browsable (4)
Deze optie bepaalt of door de inhoud van de laag gestapt kan worden.
Shape properties (5)
Defaults voor eigenschappen als kleur e.d. worden hier gedefinieerd. Deze eigenschappen zijn niet voor alle objecten gelijk. Voor uitleg zie:
- Aanpassen van het punt icoon,
- Aanpassen van de weergave van de lijn,
- Aanpassen van de weergave van de veelhoek
Geavanceerde eigenschappen (6)
Defaults voor eigenschappen Simplify en soort stippellijn worden hier gezet.Voor uitleg zie:
Het Default zoom level kan voor deze laag gezet worden. Voor uitleg zie:
Daarnaast kunnen ook opties voor het laagtype getoond worden. Zie Type of layer hierboven
Interaction options (7)
Defaults voor label en popup.
Zie Configuratie object interactie (labels…) voor uitleg.
Remote data (8)
Met deze optie is het mogelijk om de inhoud van de laag van een externe bron te lezen.
Noot: Externe data wordt voor de bestaande data getoond.
Deze optie zal in een apart artikel worden toegelicht. Voorlopig: DE:UMap/overpass enFR:UMap/Guide/Importer des données avec Overpass.
Versions (9)
Met deze knop kunnen de laatste 10 versies van de laag getoond worden. Iedere laag heeft zijn eigen historie.
Deze lijst maakt het mogelijk om terug te gaan naar een voorgaande versie. Recept:
- Selecteer ⟲ voor de gewenste versie (geen preview !)
- Selecteer OK of Annuleren in de bevestigings popup.
Geavanceerde acties (10)
Acties:
- Verwijderen van de laag.(zonder bevestiging !)
- Clone van de laag. De nieuwe laag heeft naam Clone of <naam> en heeft een kopie van alle punten en lijnen.
- Empty. Alle inhoud van de laag verwijderen
- Download. Exporteren van laaggegevens