NL:iD/Shortcuts
Jump to navigation
Jump to search
Sneltoetsen
Hints
Deze lijst van iD’s sneltoetsen is gemaakt door te observeren en uit te proberen. Het is geen officiële iD-documentatie die gemaakt is of ondersteund wordt door iD-ontwikkelaars. iD’s eigen, officiële documentatie is te vinden in iD zelf.
iD moet de focus hebben om toetsaanslagen te kunnen detecteren. Als je op een ander venster of een andere webpagina geklikt hebt, heeft iD niet de focus. Klik dan ergens binnen iD om die de focus te geven (liefst een niet-actief gebied, zoals naast een knop in de knoppenbalk bovenaan) en druk dan op de gewenste toets.
Sneltoetsen in iD zijn taalafhankelijk. De Vietnamese vertaling heeft bijvoorbeeld andere!
Op macOS, gebruik ⌘ Cmd en ⌥ Opt, in plaats van Ctrl en Alt.
Changing the display
- F11 (Linux, Windows), Ctrl+⌘ Cmd+F (Mac) – schakel je browser over naar volledig scherm, voor meer ruimte (dit is een algemene browser-sneltoets en kan anders zijn in jouw browser).
- ↓, ↑, ←, → (pijltjestoetsen) – verplaats de kaart.
- Ctrl + ↓, ↑, ←, → (pijltjestoetsen) – verplaats de map een volledig scherm per keer.
- + – zoom in; Ctrl++ – zoom veel in.
- − – zoom uit; Ctrl+− – zoom veel uit.
- L – zoom to my location
- B – toon de achtergrondlaagwisselaar.
- I – toggle validation issues pane
- P – toggle user preferences pane
- ` – toggle sidebar
- Alt+W – toggle OpenStreetMap data
- G – highlight unsaved edits
- Ctrl+B – switch between previous and current backgrounds
- U – display map data options
- W – toggle wireframe mode
- H – toon de documentatie binnen het kaartbewerkingsprogramma.
- ? – show keyboard shortcuts
- / – zet overzichtskaartje aan/uit.
- Spatiebalk – toggle radial menu
Selecting the editing mode when clicking on map (click *right* button on mouse)
- 1 – activeer de “punt toevoegen”-modus.
- 2 – activeer de “lijn toevoegen”-modus.
- 3 – activeer de “vlak toevoegen”-modus.
- N – switch to “add note” mode
- A – ga door met een lijn tekenen bij het geselecteerde knooppunt.
- ↵ Enter, Esc – stop met tekenen van lijn of vlak.
Selecting objects
- ⇧ Shift+muisklik – meerdere objecten selecteren.
- ⇧ Shift+muisklik+slepen – alle objecten binnen een kader selecteren (rechthoekige selectie).
- Ctrl+C – kopieer het geselecteerde object.
- [, Page Up – jump to previous vertex
- ], Page Down – jump to next vertex
- Ctrl+[, ↸ Home – jump to first vertex
- Ctrl+], ↘ End – jump to last vertex
- \, ↨ Pause (PC), F15 (Mac) – if a node at a line intersection is selected: Cycle through parent ways (currently selected parent is highlighted in light red). Currently only useful for vertex navigation: “turning” at intersections
- Ctrl+F – find features matching search text
- ≣ Menu – toggle edit menu
- Z – zoom to selected features
Modifying objects
- Ctrl+V – plak een eerder gekopieerd object; klik om het geplakte object onder de muisaanwijzer te plaatsen.
- Ctrl+⌦ Del, Ctrl+⌫ Backspace – verwijder geselecteerd object.
- Alt + muisklik – place node without connecting (“snapping”) to existing object (line and area draw mode)
For Firefox use full screen mode (see below) in order to avoid nasty interference with toggling of Firefox menu by Alt. - C – voegt de geselecteerde objecten samen (zie selectie van meerdere objecten voor hoe je ze moet selecteren). Hun eigenschappen (tags) zullen ook worden samengevoegd – waarden van tags met dezelfde sleutel (key in het Engels) zullen stilzwijgende worden samengevoegd tot een lijst met waarden gesplitst door “;”’s. Dit is onzinnig en moet handmatig worden gecorrigeert.
Hoe deze functie precies werkt, hangt af van het type van de geselecteerde objecten:- Een selectie van meerdere, verbonden lijnen (die dus een gemeenschappelijk knooppunt hebben) → zal worden gecombineerd tot één lijn. De richtingen van deze lijnen zullen stilzwijgend worden omgekeerd indien nodig (zelfs bij lijnen die als eenrichting zijn gemarkeerd). De tags van alle lijnen worden toegevoegd aan de gecombineerde lijn.
- Een selectie van een niet-verbonden punt en een lijn: → De tags van het punt worden op de lijn gezet en het punt wordt verwijderd.
- Een selectie van twee niet-verbonden vlakken: → Een nieuwe relatie (type = multipolygon) wordt aangemaakt en (afhankelijk van hoe de objecten ten opzichte van elkaar bestaan in de ruimte):
- als een geselecteerd gebied door een ander geselecteerd object wordt omgeven, krijgt het de rol “inner” en houdt het zijn tags;
- anders (dus als een geselecteerd gebied niet door een ander geselecteerd object wordt omgeven) krijgt het relatierol “outer” en worden al zijn tags naar de nieuwe relatie verhuisd.
- D – als het gemeenschappelijke knooppunt van verschillende lijnen is geselecteerd, maakt dit die lijnen van elkaar los – het knooppunt wordt gedupliceerd. (Please update this translation.)
- E – extract a point from a feature
- M – verplaats de geselecteerde objecten.
- O – maak cirkelvormig (alleen bij vlakken).
- R – draai object.
- Q – maak de geselecteerde lijn recht, of maak de hoeken van het geselecteerde vlak recht.
- S – maak de geselecteerde lijn recht, of maak de hoeken van het geselecteerde vlak recht.
- T – reflect the selected object across its long axis
- V – keer de richting van de lijn om.
- X – splits lijn op knooppunt (bij selectie van knooppunt in lijn). Als het knooppunt door meerdere lijnen wordt gedeeld, worden al die lijnen er op gesplitst, behalve als je het punt en de lijn(en) die je wil splitsen selecteert.
- Y – reflect the selected object across its short axis
- Spatiebalk – add a node (in “add line” or “add area” mode). Hold down while moving the cursor to draw a freeform line or area based on the path of the cursor.
- ⇧ Shift + ↑, ←, →, ↓ – nudge selected features
- Ctrl+⇧ Shift + ↑, ←, →, ↓ – nudge selected features by a lot
- ⇧ Shift + +, - – nudge selected features
Undoing or saving changes
- Ctrl+Z – maak de laatste wijziging ongedaan.
- Ctrl+⇧ Shift+Z, Ctrl+Y(Windows) – herstel de laatste ongedaan gemaakte wijziging.
- Ctrl+S – sla wijzigingen op.